zondag 30 november 2008

Kunafeh Nablusiya

Zaterdagavond, het einde van een drukke dag hier in Nablus. Niet dat er iets speciaals te beleven was vandaag, zaterdag is gewoon een drukke dag downtown. De vrijdag is het hier zeer kalm, bijna niemand op straat. Dus de zaterdag bruist iedereen van de energie en lopen de straten over van het volk.
Het beloofde een goeie dag te worden. Mooi weer en een simpel ontbijt, meer heeft een mens hier soms niet nodig om gelukkig te zijn. Tegen een uur of 14 mijn camera gegrepen en met een aantal vrijwilligers de stad ingetrokken voor een 'fruit cocktail'. Dit blijkt even later een soort milkshake te zijn, met verschillende soorten ijs, chocoladesiroop, nootjes en fruitsla. Zeer vullend ! Intussen worden worden we voortdurend belaagd door bonsai koffieverkopertjes en een kindje dat Stimorol tracht te slijten. "Kahwa ?" - "La, sjoekran." Niet getreurd, op naar de volgende. "Kahwa ?" - "La, sjoekran." Hmm, toch nog 2 te gaan. "Kahwa ?" - "La, sjoekran." De laatste dan misschien. "Kahwa ?" - "La la la. Sjoekran." Damn, weer geen prijs. En de 4 rondjes ervoor ook al niet. Wat scheelt er toch met die mensen ? - Misschien willen we alleen even in de zon zitten en onze fruit cocktail nuttigen. Mag het ?

Na wat onzinnigheden met de lokale jeugd uitgewisseld te hebben, gaan we nog even de oude stad in voor groenten, kruiden en fruit. Wat bananen hier, een half kilootje tomaten hier, tussendoor een pak koffie en een bos salie voor de thee. Verse yoghurt proeven bij deze handelaar, een gratis mandarijn bij die en een koppel foto's en passant.
Life is beautiful and we're living it.

Aan de laatste stand bevinden we ons plots in gesprek met een Palestijns schilder. "You are from Holland ?" vraagt hij aan de Hollandse Trude. "My wife is from Holland," zegt hij, "if you want to talk to her, I'll allow her." Hij belt haar op, geeft haar door aan Trude en eer we het beseffen, zitten we in zijn living koffie te drinken en te luisteren naar hun verhaal. Hoe hij zijn vrouw heeft leren kennen in Nederland, nu bijna 15 jaar geleden. Hoe ze eerst daar zouden blijven, maar hij heimwee kreeg omdat hij niets om handen had (hoe herkenbaar klonk dat). Hoe iedereen hem hier vraagt om te komen schilderen en zijn vrouw in heel de Westbank bekend is om haar glasschilderingen. Over de kennis die hij opdoet van Italianen in Jordanie en die hij dan hier weer doorgeeft. Dat we most welcome zijn tijdens het grote Eit-festival dat er aankomt volgende week. Of we geen zin hebben in kunafeh, gooit hij er plots uit. Nu ? Ja, hij kent een zeer goede plek en wil ons die graag leren kennen.

Uiteindelijk gaan we naar de villa van een vriend om daar kunafeh Nablusiya te eten. Die vriend blijkt 40 jaar als dokter en later manager in het grootste ziekenhuis van Hamburg te hebben gewerkt. En hoe kan het ook anders, onze schilder Abdullah heeft zijn muren verzorgd.
Bij een glas limonade leren we elkaar wat kennen. Wij: vrijwilligers in Nablus. Hij: een gepensioneerd chirurg met hopen tijd en geld, en een passie voor schaken en architectuur. Wat later komt de kunafeh binnen: een enorme schaal met geitenkaas en daarop een soort gebak en pistaches. Heerlijk vers, nog warm en blinkend van de suiker uiteraard. 6 lepels, meer hebben we niet nodig om te genieten. Na de eerste happen wordt het gesprek hervat; in het Duits tussen de dokter en Trude en mij, in het Arabisch tussen de schilder en de dokter en voor de rest in het Engels.
Na de kunafeh is het tijd om even naar buiten te gaan, de tuin naar eigen ontwerp keuren. Een fontein, de Daltons in citrusbomen en overal houten, Arabisch raamwerk zoals in het Alhambra. Met op de koop toe een mooi uitzicht op de andere kant van Nablus. Wel, onze kant eigenlijk. We zitten hier aan de andere kant. Terug binnen, over de koffie, draait het gesprek naar de lokale en bredere wereldpolitiek. En waterpijpen. Welke tabak te gebruiken. Waar in Nablus ze te nuttigen. Volgende week, na een BBQ met schaap ter gelegenheid van Eit bijvoorbeeld, in de tuin van de dokter.

Zo zie je maar. Het ene moment ben je rustig tomaatjes aan het kopen en het volgende ben je in het Duits over politiek bezig in het huis van iemand die je enkele uren geleden nog niet kende, met 2 uitnodigingen voor Eit op zak en een buikje vol kunafeh.
De Palestijnen hebben niet veel, maar hun gastvrijheid is groot. Sjoekran !

Bijdragen -
* Arabisch voor op vakantie (1) : zie reacties
* Foto's : http://picasaweb.google.com/munirotm/Nablus#

vrijdag 28 november 2008

2 busses 2 sherutz 2 taxis

Eergisteren mijn boeltje gepakt in Tel Aviv en het daar aangezet. Op naar de andere kant, zoals ik er in the city in bedekte termen over sprak. Tegen andere internationals uiteraard, voor de Israeli's ben ik gewoon een zoveelste toerist in hun perfecte landje. Amper 50 km zoals de kraai vliegt, een ritje van niets. Of toch ? Door de politieke situatie - wat een eufemisme - kun je bijna enkel via Jeruzalem naar de Westbank. 50 wordt dus algauw 100. Kon ik mijn tijd ook maar verdubbelen. Of het gewicht van mijn bagage halveren...

Geladen als een muilezeltje neem ik een sherutz (shared taxi of belbus pakt) naar het busstation van Tel Aviv. Vandaar gaat het per volwassen bus naar het busstation van Jeruzalem, 50 km en 1 uur verderop. Uitmuntend in hun nationale sport heeft een Franse student al de kans gezien zich aan mij op te dringen. Zijn taak lijkt te erin te bestaan een negatief beeld op te hangen van alles buiten Tel Aviv. Hij wordt verondersteld in Jeruzalem te studeren, maar haat de stad en vraagt zich af waarom iemand in godsnaam (of waarom iemand in de naam van la Rébublique 'in godsnaam' gebruikt) naar Nablus trekt als je ook ellende in Afrika kunt vinden. Daar heb je tenminste nog een mooi landschap. Anders geen slechte jongen. Maar misschien een quote om hem te typeren: "Je pourrais aussi être très gentil et te montrer le chemin pour Damascus Gate, c'est sur mon chemin. Mais je n'ai pas envie, tu vois." Zoals ik al zei, geen te slechte jongen.

Het busstation van Jeruzalem ligt nog net binnen de kaart van mijn Lonely Planet, dus slaag ik er redelijk snel in de weg en een bus naar het oude stadscentrum te vinden. Joodse bussen rijden echter niet in het Arabisch gedeelte, dus het laatste deel moet ik weer te voet. Een Zweedse dame op leeftijd meent me op weg te kunnen zetten, maar gelukkig is daar weer Lonely Planet om me de kortste weg te wijzen.
Een korte wandeling en een halve liter zweet later bevind ik me op Nablus Road, te wachten op weer eens de volgende bus. Deze neemt me naar Ramallah, 10 km buiten Jeruzalem. Onderweg even uitstappen en te voet door de Qalandia-checkpoint wandelen. Zeer leuk allemaal met een zware rugzak op de schouders en 2 zakken in de hand. En dan door 3 smalle draaimolens schuifelen... Anyway, de bus aan de andere kant brengt ons tot in Ramallah, waar ik overstap op bus nr. 4 voor vandaag. Nog 40 km te gaan. Nog maar 2 uur tot zonsondergang ook.

Naast mij komt een Palestijn van 52 zitten. Een ware spraakwaterval, zo blijkt. En nog in het Engels ook. We localiseren België, praten over onze families, hij leert me de namen van alle dorpjes langs de weg, klaagt over de checkpoints en steekt de lof over het intellect van de Palestijnen. Nu, dat is iets wat ik nog al eens gehoord heb.
We worden onderbroken wanneer de bus aan Huwwara-checkpoint stopt, 1 van de 7 posten die Nablus volledig van de buitenwereld afsluiten. Weer allemaal uitstappen, in het schemerduister ditmaal. De vriendelijke man draagt mijn kleine zakken, maar mijn ogen laten de camera-tas in zijn linkerhand geen moment los. Hij zoekt en vindt een bevriende taxi-chauffeur die me gratis laat meerijden, en zet me netjes aan het al-Yasmeen hotel af, net waar ik moet zijn om PH te verwittigen. Na een telefoontje staat er alweer een andere taxi voor de deur om me naar de office te brengen. Eindelijk ga ik door de poort en drop ik mijn zakken in het bureau van de baas. "When can I start ? Quand est-ce que je peux commencer ?"

donderdag 27 november 2008

Out for a stroll in Tel Aviv


Shalom !

Aan allen die het al weten, proficiat ! Aan allen die het nog niet weten, fasten your seatbelts en lees maar mee.
Vanaf heden bevind ik mij in Israël & de Palestijnse Gebieden (in de volksmond ook wel Palestina genoemd). Ik ga hier enkele maanden les geven, Engelse les meerbepaald (met mijn schoon west-Vlaams denken ze hier niet veel te zullen zijn, they should know better - one day...) Anyway, ik ga dat in Nablus doen, zowat de grootste stad op de Westelijke Jordaan-oever. Met al die road blocks, check points en gesloten grensovergangen, ben ik evenwel verplicht via Tel Aviv te reizen. Als ik er dan toch ben, waarom niet eerst enkele dagen in dit surfersparadijs rondhangen ?

In afwachting van de blog (officiële lancering ergens deze week) toch al even laten weten hoe het hier gaat.

Gisteren rond 6u in het centrum van Tel Aviv aangekomen. Tijdens het lange wachten op de luchthaven van Luik een Gentenaar ontmoet die in dezelfde buurt logeert en had aangeboden om vervoer te delen. Zijn vriend kon er door het vroege uur en de baby echter niet zijn, dus hebben we maar een taxi genomen op de luchthaven en de prijs gedeeld. Ik ben nog even aan het water gaan zitten, maar daarna ben ik direct gaan slapen, kapot na één van de slechtste vliegreizen ooit (koud, slecht en te weinig eten, veel beenruimte maar te kleine zeteltjes). Heel vriendelijk heb ik die verloren nacht wel niet moeten betalen in de hostel.

Bijna heel de dag geslapen en dan tegen zonsondergang (17u) naar het strand geweest om wat foto's te trekken. Daarna met een Belgische studente in Tel Aviv afgesproken en naar Jaffa geweest, het oude arabische stadje wat verder naar het zuiden. Na het eten nog wat rondgewandeld in Neve Tsedek, de oudste wijk van Tel Aviv (begin 20ste eeuw). Voelde mij al een heel stuk beter, maar toch nog vroeg gaan slapen.

Vandaag uitgeslapen en dan de slippertjes aangetrokken om Tel Aviv wat te verkennen. Geheel onorigineel de uitgestippelde wandeling uit de Lonely Planet gevolgd: vertrekken aan (hoe anders) een zespuntig sterpunt in het midden van de stad, door de ambachten-/kunstmarkt, langs de oudste wolkenkrabber van de stad, over een groene laan naar een chocoladebar ("chocolate from the bald man") en via Tel Aviv's Melrose Ave terug naar het begin.
Daarna de telelens opgezet en aan het strand de surfers in volle actie gaan trekken vanop de golfbreker. Tegen zonsondergang had ik er genoeg van, de surfers waren het beu om te poseren en dus zijn we maar elk zijn weegs gegaan.

In de hostel brengen ze 15 NIS (ongeveer 3 euro) in rekening voor een uurtje webben. Nu ben ik doorgaans wel te vinden voor de vrije markt, maar aan haar excessen weiger ik mee te werken. Gelukkig was daar weer onze studente om me voor te stellen bij haar op bezoek te komen. Zelf heeft ze een hoop huiswerk tegen morgen, maar dat geeft mij de kans tegen de prijs van 2 busticketjes heel de avond op internet te zitten en jullie op de hoogte te brengen.

Morgen vertrek ik naar Jeruzalem, vandaar naar Ramallah en tenslotte denk ik eens te gaan kijken in Nablus. Hopelijk is het daar even mooi weer als hier, want een mens wordt 25 graden, volle zon en warm zeewater snel gewoon. IJskoud water went daarentegen nooit, I can tell you.

Allé, tot zo ver de eerste bijdrage uit de Levant.
Thank you for watching and see you next time,

Munir