Eergisteren mijn boeltje gepakt in Tel Aviv en het daar aangezet. Op naar de andere kant, zoals ik er in the city in bedekte termen over sprak. Tegen andere internationals uiteraard, voor de Israeli's ben ik gewoon een zoveelste toerist in hun perfecte landje. Amper 50 km zoals de kraai vliegt, een ritje van niets. Of toch ? Door de politieke situatie - wat een eufemisme - kun je bijna enkel via Jeruzalem naar de Westbank. 50 wordt dus algauw 100. Kon ik mijn tijd ook maar verdubbelen. Of het gewicht van mijn bagage halveren...
Geladen als een muilezeltje neem ik een sherutz (shared taxi of belbus pakt) naar het busstation van Tel Aviv. Vandaar gaat het per volwassen bus naar het busstation van Jeruzalem, 50 km en 1 uur verderop. Uitmuntend in hun nationale sport heeft een Franse student al de kans gezien zich aan mij op te dringen. Zijn taak lijkt te erin te bestaan een negatief beeld op te hangen van alles buiten Tel Aviv. Hij wordt verondersteld in Jeruzalem te studeren, maar haat de stad en vraagt zich af waarom iemand in godsnaam (of waarom iemand in de naam van la Rébublique 'in godsnaam' gebruikt) naar Nablus trekt als je ook ellende in Afrika kunt vinden. Daar heb je tenminste nog een mooi landschap. Anders geen slechte jongen. Maar misschien een quote om hem te typeren: "Je pourrais aussi être très gentil et te montrer le chemin pour Damascus Gate, c'est sur mon chemin. Mais je n'ai pas envie, tu vois." Zoals ik al zei, geen te slechte jongen.
Het busstation van Jeruzalem ligt nog net binnen de kaart van mijn Lonely Planet, dus slaag ik er redelijk snel in de weg en een bus naar het oude stadscentrum te vinden. Joodse bussen rijden echter niet in het Arabisch gedeelte, dus het laatste deel moet ik weer te voet. Een Zweedse dame op leeftijd meent me op weg te kunnen zetten, maar gelukkig is daar weer Lonely Planet om me de kortste weg te wijzen.
Een korte wandeling en een halve liter zweet later bevind ik me op Nablus Road, te wachten op weer eens de volgende bus. Deze neemt me naar Ramallah, 10 km buiten Jeruzalem. Onderweg even uitstappen en te voet door de Qalandia-checkpoint wandelen. Zeer leuk allemaal met een zware rugzak op de schouders en 2 zakken in de hand. En dan door 3 smalle draaimolens schuifelen... Anyway, de bus aan de andere kant brengt ons tot in Ramallah, waar ik overstap op bus nr. 4 voor vandaag. Nog 40 km te gaan. Nog maar 2 uur tot zonsondergang ook.
Naast mij komt een Palestijn van 52 zitten. Een ware spraakwaterval, zo blijkt. En nog in het Engels ook. We localiseren België, praten over onze families, hij leert me de namen van alle dorpjes langs de weg, klaagt over de checkpoints en steekt de lof over het intellect van de Palestijnen. Nu, dat is iets wat ik nog al eens gehoord heb.
We worden onderbroken wanneer de bus aan Huwwara-checkpoint stopt, 1 van de 7 posten die Nablus volledig van de buitenwereld afsluiten. Weer allemaal uitstappen, in het schemerduister ditmaal. De vriendelijke man draagt mijn kleine zakken, maar mijn ogen laten de camera-tas in zijn linkerhand geen moment los. Hij zoekt en vindt een bevriende taxi-chauffeur die me gratis laat meerijden, en zet me netjes aan het al-Yasmeen hotel af, net waar ik moet zijn om PH te verwittigen. Na een telefoontje staat er alweer een andere taxi voor de deur om me naar de office te brengen. Eindelijk ga ik door de poort en drop ik mijn zakken in het bureau van de baas. "When can I start ? Quand est-ce que je peux commencer ?"
vrijdag 28 november 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)

2 opmerkingen:
Heh, iets voor eoos express ;)
als ge wilt geefk u blog door aan onze redactie!
Dat zou prachtig zijn, Laurent ;-)
Een reactie posten