zondag 28 december 2008

Curfew in the Muslim Quarter

Onwezenlijk.
Dat is wat in me opkomt wanneer ik door de moslim-wijk hier in Jeruzalem wandel vandaag. Wat op vrijdag een bruisende, levendige kluwen van handelaars, klanten en toeristen was, is nu dood. Behalve enkele net aangekomen toeristen die nog niet op de hoogte zijn van het protest, is er niemand op straat. Overal gesloten luiken, traag wervelende stofzuilen en lege kruispunten.
Een afspraak is snel uitgesteld - handig als je dat eenzijdig doet - en de fotograaf in mij leeft zich uit op deze zeldzame andere kant van de oude stad.

's Avonds wordt het nog intenser. Een maand leef ik nu in Nablus, maar het is hier in Jeruzalem dat ik voor het eerst de indruk krijg in een bezette stad te leven. Het lijkt alsof er een spontane avondklok van kracht is. De straatverlichting in de hele wijk - bijna een derde van de oude binnenstad, met zowat 4/5de van haar bevolking - blijft gedoofd. Katten en ratten regeren de donkere straten. De enige mensen die je tegenkomt in het duister zijn groepjes oproerpolitie - Israëli's uiteraard. Niet per 2 of 3 zoals normaal, maar per 10-12, met wapenstok en machinegeweer. Een enkele Palestijn begeeft zich buiten en wordt direct aan de kant gezet voor controle. Zijn hele portefeuille moet eraan geloven, alles wordt uitgekeerd, uitgespreid en uitgeplozen. Na enkele minuten toekijken worden de Israëli's wat zenuwachtig en word ik vriendelijk verzocht door te lopen. Even later weerklinken hun laarzen galmend tussen de eeuwenoude stenen van de stad, in loopas een zijstraat in rennend. Waarom ? Waar naartoe ? Er is niemand op straat...

Hoog boven de straten, op de daken van de oude markt, is er behalve de onaardse rust onder ons weinig te merken van de hele situatie. Een 50-tal Joden is hier samengekomen om de laatste avond van Chanukka te vieren met kaarsen, drank en gebak. Net als op shabbath gisteren, word ik vriendelijk uitgenodigd te delen in hun vreugde. Iemand haalt een accordeon boven en er worden liederen gezongen.
Het lijkt een andere wereld hierboven.
Werkelijk onwezenlijk.

***

In een totaal andere stijl, hieronder een schrijfsel van een van mijn Palestijnse vrienden in Nablus. Ik heb de vrijheid genomen het te vertalen :

De Zwarte Zaterdag in Palestina (niet voor gevoelige lezers)

Ik weet niet of ik een exact aantal heb voor de slachtoffers in Gaza.
Toen ik artikel begon te schrijven waren het er 109, dan 202, dan 290...
27 december 2008, een tragische dag die de geschiedenis zal ingaan; 290 is gewoon geen normaal aantal !
Twee honderd en negentig Palestijnen zijn gedood in de Gaza-strook, honderden zijn in kritieke toestand.
Toen de F-16 vliegtuigen de Palestijnen aanvielen deze middag, werden er 290 gedood, waaronder vele burgers en kinderen, op weg naar huis van school.
Ik vraag me af deze mensen Joods waren.
Of Europeaan of Amerikaan ... er zou een derde wereldoorlog van komen !

Maar waarom ?
Vallen zij niet onder dit woord...Mensen ?
Waar is het Internationaal Recht ? Waar is de Internationale Gemeenschap ?
Of gelooft deze nog altijd de Israëlische rechtvaardigingen dat het zichzelf en de Joodse gemeenschap beschermt tegen de Palestijnse raketten, wanner deze het voorbije jaar aan niet meer dan 1 Israëli het leven hebben gekost ?

Wanneer iemand je land aanvalt, je familie en vrienden doodt, zou jij blijven zwijgen ?
Wanneer je kinderen naar hun ouders ziet zoeken onder verwoeste gebouwen, zou jij blijven kijken ?
Misschien zou je willen tonen dat je bereid bent iets te doen.
Je moet antwoorden, met stenen...wapens...zelfs je lichaam.

Waarom mag elke natie de bezetting bevechten, behalve wij ?
Wanneer wij in vrede trachten te leven, noemen ze ons terroristen.
Is dat de democratie waar in deze nieuwe wereld om geroepen wordt ?
De misvormde lichamen in de straten ... zijn zij schuldig omdat ze Palestijns zijn ? Omdat ze politie-agenten zijn die de wet toepasten in Gaza ?
Wie zegt dat de Palestijnen geen vrede willen ?
Er is niets wat we kunnen doen ! Wij hebben geen groot leger met enorme wapens dat gebruikt wordt om Israëls kinderen te doden !
Wij zijn niet degenen met de meest ontwikkelde luchtmacht in de regio.

Het pijnlijkste gevoel ooit is de lichamen van je broeders in de straten te zien liggen en niets kunnen doen omdat je het monster niet kunt raken dat hen vermoord heeft. Maar anderen, die bidden tot dezelfde God, die zichzelf vredesmakers noemen...zij kunnen veel doen.
Maar het enige wat zij altijd doen, is deze misdaden tegen de Palestijnen veroordelen. Ze zijn enkele dagen solidair met ons. Maar hoe wil je dat de moeders die hun kinderen verloren, de kinderen die hun ouders verloren, hoe il je dat zij Israël vergeven voor het vernietigen van hun dromen. Denk je dat zij iets geven om dat lege woord 'vrede' ? Het werd gewist uit hun woordenboeken !

Maar ik wil aan elk van jullie zeggen dat we niets te verliezen hebben nadat we onze vrijheid en mensenrechten verloren hebben. Zelfs onze buurlanden zijn tegen onze vrijheid, ze sluiten hun poorten net zoals Israël doet.
290 Palestijnen zijn gedood, vele honderden zijn gewond geraakt in enkele uren en de aantallen stijgen nog altijd.
Het is de eerste stap, zo zegt Israël ... hoelang nog tot jullie bereid zijn iets te doen ?
Ik denk dat jullie nog veel tijd zullen nodig hebben om de betekenis van 'vrijheid' te leren.
Wij zullen alles doen om de harten van onze moeders die hun kinderen verloren hebben te helen.
Wij zullen onze stenen en lichamen gebruiken om onszelf en ons land te verdedigen.
Het zal niet lang duren, de nacht zal op een dag wegtrekken...

Een Palestijnse jongere

zaterdag 27 december 2008

Why Jerusalem is closing down

Bam !
De karakteristieke knal van een F-16 die een gat in de geluidsmuur vliegt, doet me opkijken vanuit mijn lens. Een 2de en 3de knal volgen enkele seconden later. Een aantal kinderen gluurt vanonder een zeil rond hun balkon de straat in, op zoek naar de bron van het geluid. Mensen, toeristen, kijken elkaar verschrikt aan, flitsen van aanslagen in het hoofd. Niemand weet wat er gaande is. We zijn hier dan ook niet op Times Square, New York; geen CNN op enorme schermen om je binnen de minuut van iets op de hoogte te brengen.

We vervolgen onze tour door het oude stadscentrum van Jeruzalem. Aan de Vde statie van de Via Dolorasa, haalt het nieuws ons in. Een Arabier verheft zijn stem boven die van onze gids, die reeds haar eerste tekenen van vermoeidheid begint te vertonen. In geen tijd zijn alle hoofden in zijn richting gedraaid - er is iets in de toon van zijn stem, de blik in zijn ogen, die ons geen andere keuze laat.
"Do you know why all of Jerusalem is closing down ? Because they are bombing us again. We have been living here for thousands of years, and now they are killing us in Gaza. They are murdering our children!"

Het is zover.

Sinds een week zat het er onvermijdelijk aan te komen. Al veel langer eigenlijk, al wil niemand dat natuurlijk gezegd hebben. Er is altijd een punt waarop het wankele evenwicht waarin twee torens van dreigementen elkaar overeind houden, onherroepelijk verloren gaat, ongedaan gemaakt door de blinde en ondoordachte (of juist wel) actie van een van beide zijden.
Het 6-maanden-oude bestand tussen Israël en Hamas verstreek op 19 december. Deze laatsten hadden al laten het niet te zullen vernieuwen, hoewel Israël daar op aandrong (Ehud Barak vandaag evenwel: "Israël kan geen enkel staakt-het-vuren aanvaarden met Hamas" ...) De laatste dagen staken enkele raketten de grens over naar Israël - een haast onmogelijke zaak voor de inwoners van Gaza - maar er leek niet veel te zijn veranderd. Raketten zijn er ten slotte zowat altijd geweest. De blokkade scheen zelfs heel even te worden versoepeld. Deze ochtend nog werd gemeld dat Israël de VN-hulpgoederen niet langer zou tegenhouden.

Hoe ijdel opnieuw, bleek de hoop op een ontdooiing van de relaties ! 150 mensen blijven levensloos achter temidden de scherven van die illusie, onder hen opnieuw veel te veel kinderen.
Voor hen is de ellende voorbij. Geen complete duisternis meer na 17u omdat Gaza's energiecentrales zonder brandstof zitten. Niet langer honger lijden omdat de bakkerijen in de strook sinds een week geen bloem meer hebben. Gedaan met uren in rij staan wachten op noodhulp die weer eens rechtsomkeert heeft moeten maken aan de grens.
Maar de Palestijnse geest kennende, waren ze liever blijven doorbijten, hopend op een dag herenigd te kunnen worden met hun landgenoten in de Westbank. Of morgen te kunnen voetballen met hun vriendjes. Volgende week hun 7de verjaardag te kunnen vieren.
300 anderen belanden licht- of zwaargewond in het ziekenhuis. Een ziekenhuis met steeds sneller slinkende voorraden. Dat niet voorzien is op dergelijke aantallen gewonden en mensen op de gang moet leggen en behandelen. Waar je niet veilig bent voor de raketten.

Stilte na de storm, rust na de beschieting. Ook in Jeruzalem. De hele Arabische - of eigenlijk islamitische, want ook de christenen van Jeruzalem zijn grotendeels Arabieren - wijk sluit zijn deuren. Winkeliers doen verder zaken achter bijna-gesloten deuren of gaan gewoon naar huis. Uit protest tegen de militaire acties.
Met ook de Joodse wijk afgesloten - omwille van shabbath wordt het plots onwezenlijk rustig in de oude stad.
De christenen daarentegen, trekken zich niet veel van de hele situatie aan. De Armeense priesters paraderen nog steeds door de straten, voorafgegaan door 2 dienaars om hun komst aan te kondigen en te verzekeren dat ze de hele breedte van de straat voor zich hebben. De Ethiopische priesters poseren nog altijd voor de toeristen in hun dorpje op het dak van de Basiliek van het Heilig Graf. De Franciscanen blijven de Via Dolorosa op- en afwandelen, kruisloos helaas.

Het toont aan dat het oude centrum van Jeruzalem een kleine kosmos op zichzelf is. Een waar de verschillende religies betrekkelijk vreedzaam naast elkaar leven. Een orhtodoxe Jood op weg door de moslim-wijk wordt niet bekogeld met stenen, net zomin als zijn islamitische broeder iets te vrezen heeft in de Joodse wijk (hoewel ik er daar nog niet veel gezien heb).
Laat het ons dan ook zo houden. De enige aanvaardbare functie voor een unieke stad als Jeruzalem is die van "Stad van de Vrede". Een plaats waar 3 wereldreligies cohabiteren zou een voorbeeld voor de wereld moeten kunnen zijn. Geen gepolitiseerde twistappel zoals nu.

zaterdag 20 december 2008

Morning conversation

- Goeiemorgen !
- Wat ? Is het al 5 uur ?
- Ja, ik heb de haan horen kraaien. Hij was weer en forme vandaag.
- Hij zal vannacht gemogen hebben van zijn kippen zeker ? Grmbl, de uitslover.
- Zeg, schoon weer é vandaag ?
- Bwah, ik weet het zo nog niet. De zon laat weer op zich wachten en het ziet ernaar uit dat er weer veel wolken zullen zijn. En vliegen ! Altijd weer die vliegen rond mijn hoofd ! En maar kruipen ... en maar zoemen ... en maar kriebelen. Precies of ik heb nog niet genoeg aan mijn hoofd !
- Maar voor de rest ...
- En dan heb ik het nog niet over al die muggen ! Stoppen die vliegen eindelijk met lawaai maken, dan beginnen zij weer ...
- Ja ok, maar voor de rest hebben we toch een goed leven hier ?
- Ahja ? Vind je ? Elke morgen die steile weg naar beneden, door de aarde en stenen ploeteren op zoek naar een verdroogd grassprietje en wanneer je dat eindelijk gevonden hebt sleuren ze je weer de berg op naar dit stinkend hok. En net op het moment dat je hier in slaap valt, drijven ze ons weer naar beneden.
Konden we maar gewoon zoals vroeger de heuvels in ...
- Daar gaan we weer ... toch niet opnieuw je gezeur over de heuvels ?
- Het is toch waar zeker ? Wat hebben wij hen misdaan om enkel nog hele dagen zand te eten ? In plaats van aan lekker sappige struikjes te kunnen knabbelen op gindse heuvels ... Hmm, ss-sappige ss-struikjes ...


- Gelukkig komen zij niet meer zo vaak naar beneden om stenen naar ons te smijten; niet meer sinds al die internationals hiernaast wonen.
- Mmm, daar heb je wel een punt. Zijn er gisteren weer geen nieuwe aangekomen ? De fotograaf en de Marxist ?
- Ja, die slapen hier net naast. Misschien moeten we een beetje stiller zijn ?
- Dat zie je van hier ! Die ene heeft de vorige keer recht in mijn ogen geflitst - ik heb toen heel de nacht sterretjes gezien. Laat hem nu maar eens wat wakker liggen ...

Transcript van het ochtendgesprek tussen een geit en een schaap.
- Yanun, 19 december '08 rond 5 uur 's morgens

dinsdag 16 december 2008

The red-rose city

"..."

Dat is de eerste reactie die in je opborrelt wanneer je het einde van Al-Siq (De Schacht) bereikt en de facade van Al-Khazna (De Schatkamer) in het oog krijgt - net naast het stofje dat er al een halfuur inzit. Onderweg heb je je al kunnen vergapen aan de spectaculaire rotsformaties en wilde kleurschakeringen, en het ingenieus systeem van goten en reservoirs waarmee eerst de Nabateërs en later de Romeinen de toevoer van water over bijna 1,5 kilometer controleerden, maar "..."
Dit slaat alles. Gewoon uitgehakt in de vlakke rotswand, verheft de voorkant van deze graftombe zich 39,50 meter boven het rode zand. Een blik erop van tussen de laatste kromme meters rotswand van de Siq en je ziet Artistieke Inspiratie en Brute Authoriteit hand in hand staan tussen de enorme pilaren. Amper 3 maanden hadden ze nodig om dit wereldwonder uit te houwen.
Binnenin zijn 3 graven gevonden, maar niet dat van de laatste kruisridder die de Heilige Graal bewaakte. Ook de rest van het decor uit 'Indiana Jones, the Last Crusade' is een creatie van Hollywood, maar dat valt in het niet bij de prachtige eenvoud van de buitenkant van "de Schatkamer". Een plaatselijke legende vertelt namelijk dat de Egyptische farao de opdracht tot de bouw gaf, om zijn schatten te kunnen verbergen tijdens zijn achtervolging van de Israëlieten. De enorme urn in het bovenste deel van de gevel draagt de sporen van geweerschoten in hun pogingen de schat bloot te leggen.

We trekken verder en komen in een smalle vallei met graftombes aan beide zijden. Blauwer-dan-blauw bloed aan de rechterkant, netjes in het zonlicht; de rest aan de donkere linkerkant. Na de traditioneel geklede wachter aan de Schatkamer, slaan we hier een praatje met een al wat oudere handelaar. Zijn winkel kijkt uit op het theater aan de overkant, dat gebruikt werd voor religieuze, politieke en culturele vertoningen en plaats biedt aan 4000 gegadigden.

Wat verderop in de vallei-slash-brede canyon komen we op de Zuilenlaan, waarlangs men zeer passend een groot aantal zuilen heeft geplaatst. Aan de zijkant van de weg, op een afgeplat rotsblok, vervult een Bedoein zijn religieuze plichten. Een ander zit tussen de rotsen aan een klein vuurtje de eeuwige thee te zetten.
"Venturing beyond this point without a guide is dangerous", staat er als een tekstballonnetje te lezen boven 2 vastgebonden ezels. Got the picture ? Ik in ieder geval wel: zwart-wit in een mooie ruit.

Even later beginnen we aan de eigenlijke klim naar Al-Dayr (Het Klooster), het klooster in de rotsen. Zonder gids. Gevaarlijk. Maar gelukkig zijn er langs de 8500 treden (?) voldoende Bedoeinen-winkeltjes om ons voor gevaar te behoeden. En thee aan te bieden. En mooie foto's. Nu, daarvoor hoef je bijna enkel maar je camera aan te zetten en af te drukken; het is hier allemaal adembenemend mooi en interessant: levendige kleurschakeringen in de rotsen, belachelijke toeristen op kleine klauterende ezeltjes, sneak previews van wat we straks te zien zullen krijgen,... Niet altijd gemakkelijk om alles op foto te krijgen met de telelens opgezet, maar op de weg terug is er tijd genoeg om nog vanalles te schieten met de breedhoeklens - en zo moet ik niet telkens van lens wisselen, of ik zou nog verder achterkomen.

Na een steile klim van bijna een uur (rust- en fotopauzes inbegrepen) ronden we de laatste rots en krijgen we vol zicht op de gevel van Al-Dayr ... die nog bijna indrukwekkender is dan die van Al-Khazna. Het is ernaar gemodelleerd, maar springt veel verder naar voor uit de achterliggende rotswand. Benieuwd wat er zou gebeurd zijn met de steenhouwer die per ongeluk een stuk te veel wegkapte...

Een bataljon richtingsaanwijzers leidt ons in de richting van "Sacrifice View: Clear & Best View in Petra !" Een halve kilometer later staan we aan de rand van de afgrond. Op 3 uitstekende rotspunten staan tenten opgetrokken, compleet met wild wapperende Jordaanse vlag (te onderscheiden van de Palestijnse door het sterretje in het rode gedeelte) en traditioneel geklede Bedoein in kamelenmantel met zwaaiende kwastjes. Een West-Vlaamse 60-er krijgt een sigaret en thee aangeboden - gratis uiteraard, zo gebiedt de code van de gastvrijheid. "K raak en ik min geld ier nie kwijt !" klaagt hij al lachend. Zijn vrouw heeft met hem te doen en helpt hem al snel door authentiek zilver uit te kiezen in het winkeltje onder het tentzeil.
Uitkijkend over Wadi Araba voel ik me toch een beetje op "The Top of the World". De naam is een dead giveaway uiteraard, de wadi strekt zich uit in Saoedi-Arabië, 60 kilometer naar het zuiden en ruw geschat 2 kilometer naar beneden.
Links en rechts van ons is er een gelijkaardige tent en samen zweven we een tijdje in het ijle.

Op de weg terug valt mij het spectaculaire vergezicht op vanuit de kloof - iets waar je tijdens het klimmen geen oog voor hebt, al was het maar omdat het zich achter je bevindt.
Al snel bevinden we ons weer aan de voet van de trappen. Onderweg even kennis gemaakt met 2 Duitse studenten op uitwisselingssemester in Ankara, Turkije en net als ons even op reis omwille van Eid. Totaal niet gekleed of geschoeid voor een klim naar het klooster, proberen ze er toch het beste van te maken. Alleen jammer dat ze het cliché van de humorloze Duitser niet kunnen doorbreken.

Na een uitgebreid gesprek met enkele van de kamelen-drijvers, hebben de anderen niet veel zin meer om te klimmen, maar met nog bijna 3 uur tot de rendez-vous met onze chauffeur vind ik het toch te vroeg om maar wat in het zonnetje te gaan zitten. De Koninklijke Tombes wachten op mij - en daarboven is er ook zon, langer zelfs. Via een monumentale trap, gebouwd bovenop een serie open gewelven van waaruit halssnoeren en dergelijke verkocht worden, bereik ik het 'binnenpleintje' van de Urn Tombe.
In de galerij aan de zuidkant van het pleintje wordt vanalles verkocht: van postkaarten en fotoboeken van Petra, over kefiye's (de typische hoofddoeken voor mannen - wit-zwart in Palestina, wit-rood in Jordanië) tot wegwerpcamera's en geheugenkaarten. Tussen de corpulente zuilen aan de overkant hebben devote moslims hun hoofddoek uitgespreid om te bidden. De oostkant geeft toegang tot de eigenlijke hal van de tombe, terwijl achter mij de ondergaande zon een spectaculair uitzicht kleurt. Boven mijn hoofd ten slotte, poseren enkele roofvogels cirkelend voor de foto.

Aan de rechterkant biedt een wankel houten bruggetje de mogelijkheid verder door te lopen. Ik wandel van platform naar platform, nu eens stijgend dan weer dalend, tot ik niet meer verder kan. Of toch ? Een kleine boom onttrekt een doorgang aan het zicht. Natuurlijke en kunstmatige trappen leiden steeds verder de bergen in. Maar met nog ongeveer een halfuurtje direct zonlicht zit een uitgebreide verkenning er niet in; na enkele kloven keer ik noodgedwongen terug. Het is zo al moeilijk genoeg om weer op dezelfde plek uit te komen, laat staan dat ik dit in het halfdonker moet doen. En misstap is snel gemaakt en ik heb nog niet veel mensen ontmoet die een val van 200 meter overleefd hebben.

Terug beneden begeef ik me richting Al-Khazna en uitgang. Het is al laat en tegen de tijd dat ik de Siq binnenstap, is het donker en staat maan aan de hemel. In volle glorie beschijnt ze het pad en doet ze de rotswanden in een spookachtig blauw-wit licht baden. Een laatste blik achterom, waar de Bedoein hun kamelen verzamelen en dieper Petra intrekken voor de nacht, zoals ze al meer dan 1000 jaar doen.

maandag 15 december 2008

Shu yanni 'shoe' fi Arabi ?

Na de ochtendles vertel ik Simon (Schot, humorist en arabist) dat ik in feite zou moeten proberen de nieuwe woorden die ik mijn leerlingen aanleer, zelf in het Arabisch te studeren. Behulpzaam als hij is, geeft hij me direct een eerste woord - battich - net wanneer we in de serveez stappen. De chauffeur vraagt verwonderd waarom hij battich zei, waarop Simon het snel uitlegt. Zijn Arabisch is namelijk 'iets' beter dan het mijne. De man knikt begrijpend en vraagt met een brede lach "Shu yanni 'shoe' fi Arabi ?"
Nu is mijn kennis van het Arabisch nog vrij beperkt, maar zelfs ik snap de grap en de hele taxi barst in lachen uit.


De Arabieren aller landen hebben een nieuwe held gevonden: Muntasir al-Saidi. De 28-jarige journalist van al-Baghdadia went from zero to hero tijdens de persconferentie van Bush in Irak 2 dagen geleden. Elke Palestijn die je hier aanspreekt heeft de video gezien. En terecht, het is een heerlijk stukje beeldmateriaal.
Voor wie dit tijdens zijn/haar verblijf op de maan of verder leest, even een korte schets van de gebeurtenis. Bush - de bijna-maar-nog-niet-helemaal ex-president van de VS geeft een persconferentie tijdens zijn verrassingsbezoek aan Irak. Op het moment dat hij en al-Maliki - de Iraakse minister-president - vragen zullen accepteren, springt een van de journalisten in de zaal recht. Onder het roepen van "Hier is je afscheidskus, kalb", smijt hij zijn schoenen met volle kracht richting Bush. Hij heeft blijkbaar op het moment zitten wachten, want hij slaagt erin beide schoenen met adembenemende snelheid en precisie als 2 Tomahawk-kruisraketten door de kamer te laten razen, vooraleer hij wordt neergetrokken door zijn collega's en overmeesterd door de veiligheidsdiensten. Zijn doelwit, echter, was blijkbaar verdacht op verdachte bewegingen en duikt weg met een nooit-geziene reactiesnelheid. Misschien is dat de reden waarom zijn speeches gemiddeld slechts 3 correcte zinnen bevatten: hij moet te veel op zijn omgeving letten.

Nu moet je weten dat voor Arabieren, een schoen - en dan vooral de onderkant ervan - een krachtig wapen van verachting is. Daarom dat de eerste les in Arabische etiquette is: 'toon nooit de onderkant van je schoenen aan iemand'. Kortom, door zijn schoenen op deze manier aan Bush te doneren, maakt al-Saidi duidelijk dat hij Bush lager acht dan de onderkant van zijn schoenen; zowat de zwaarste belediging die je iemand kunt...toewerpen (excuses voor de woordspeling, ik kon het niet laten).

Muntasir al-Saidi werd afgevoerd door de veiligheidsdiensten; zijn lot is nog onzeker. Over de schoenen weten we al iets meer: een Saoedi bood er deze ochtend 10 miljoen dollar voor; en de fabrikanten in Turkije hebben al 300.000 bestellingen ontvangen, ook uit de States.

Ohja, 'shoe' fi Arabi is 'hidhal'.

Bijlagen -
* Arabisch voor op vakantie (5) : zie reacties

zondag 14 december 2008

Cold nights and warm welcomes

09-12-2008, 09:42

Is er een mooiere manier van ontwaken dan midden in de maagdelijke woestijn, onder de blote hemel, met het ge... - wat van lawaai maken die beesten eigenlijk ? - van een voorbijwandelende karavaan dromedarissen op de achtergrond ?
's Nachts naar sterrenbeelden staren die je bij ons enkel in astronomie-boeken kunt zien en vallende sterren tellen - dicht tegen elkaar onder een lekker warme stapel dekens.
En dat allemaal zonder ook maar 1 piaster te betalen.

Eergisterenavond zijn we hier aangekomen: Wadi Rum, Jordanië . Via de gangbare kanalen tot in Jeruzalem, vandaar een bus naar Eilat in het diepste zuiden van Isra-hel, te voet de grens over en tenslotte per taxi via Aqaba naar hier.
In Nablus hebben we onze rugzakken van de kast en de dekens van ons bed gehaald, en daar een mooi, aangenaam draagbaar geheel van gemaakt. Het enige wat we hier nog moesten doen was doodleuk de woestijn inwandelen en bij het licht van de schier volle maan een geschikt plekje uitzoeken. Niet te ver van het dorp, zodat we geen uren moeten lopen voor water en eten; maar ook niet te dicht, want onze bedoeling is juist weg van alles te zijn. Een beetje buiten de meest gebruikte wegen en paden ware ook leuk geweest, maar ze rijden hier blijkbaar overal. Uiteindelijk hebben we een mooie kampplaats gevonden: bijna tegen de rotsen, in een kleine depressie zodat we vanaf de weg bijna niet zichtbaar zijn.

Laat je echter niet misleiden door de idyllische beschrijving hierboven. Hoe dicht je ook bij elkaar ligt, en hoe schandalig veel dekens je ook van de sterren scheiden, in het putje van de nacht lig je ze toch te tellen, in de hoop op die manier in slaap te vallen. Je overlevingsinstinct laat je echter niet los, alsof je lichaam bang is niet meer te ontwaken uit die vreselijke koude. Zoals Mike het zo eloquent ende welbespraakt verwoordde: "It's freezing balls !"
Tegen de ochtend dommel je dan toch in, zo ergens tussen het neergaan van de zilveren en het opkomen van de gouden schijf - en dan is er inderdaad niets hemelser dan zalig langzaam te worden gewekt door de warmte van de zonnestralen op het deken dat je over je hoofd had getrokken tegen de ijzige wind.

En hoe snel zijn die Siberische ontberingen van de voorbije nacht vergeten, wanneer het warm wordt - net iets te warm - en je op pad gaat na een goed ontbijt. Vóór een goed ontbijt, in feite, want dat ligt op een halfuurtje wandelen. Maar na het ontbijt dus, rugzakken en dekens netjes tussen de rotsen verborgen, trekken we verder de woestijn in.
Gisteren zijn we na een tweetal kilometer beginnen klimmen, tot we de top van een van de rotsen bereikt hadden. Vandaag is het plan een stukje dieper in de woestijn te gaan kijken of die donkere streep in het midden van een enorme rots zo'n 5 kilometer verderop nu wel of niet een kloof is en of er dan ook iets te zien is...


09-12-2008, 22:05

De Jordaanse gastvrijheid neemt al even epische vormen aan als de Palestijnse. Gisterenavond ontmoetten we Yusef, een vriendelijk Bedoein in Wadi Rum. Hij gaf ons het adres van een hotelletje in Petra en belde zelfs op eigen kosten om een reservatie te maken. Vanavond liggen we op de zachte kussens in de zitkamer van het ouderlijk huis. In 7 haasten hebben ze een volledige maaltijd voor ons klaargemaakt, omdat zij al gegeten hadden toen hij onverwachts kwam binnenvallen met 4 buitenlanders in zijn zog.
Morgen zal hij nog voor een taxi naar Petra zorgen. Een taxi waarvoor hij onze betaling zal weigeren. Een taxi die zal terugrijden omdat de vrouw des huizes buiten staat met de gsm die ene ikzelve zal vergeten zijn onder mijn kussen. Hoe ik dit allemaal weet ? Tjah...

De donkere streep waarvan eerder sprake, was overigens ook echt een canyon. Een kleintje, maar oh zo mooi !

Wit, voor zon-beschenen zand
Rood, voor onbeschenen land
Zwart, voor patina in-scriptie
Oud, is alles rondom mij

De canyon is zó smal, dat een local even van schoenen wisselt - zijn sandalen uit- en zijn stoute schoenen aantrekt - en tegen beide rotswanden gesteund naar boven klautert.
Even verder staat een Franse archeoloog-op-rust de betekenis en evolutie van de verschillende inscripties en gravures uit de doeken te doen aan zijn reisgezelschap. Van voor-schriftelijke pictogrammen en afbeeldingen tot vroeg-Arabische lettertekens, alles vind je hier naast elkaar - een teken van het ononderbroken gebruik van de site doorheen de eeuwen.

Op de terugweg fikst Yusef ons een gratis jeep-rit naar onze kampplaats. In volle vaart raast onze 12-jarige chauffeur door de woestijn en in geen tijd kunnen we onze rugzakken van tussen de rotsen halen en vertrekken naar Petra. Tot Yusef ons bij hem thuis uitnodigt.

Bijlagen -
* Foto's van Wadi Rum en haar bewoners : http://picasaweb.google.com/munirotm

zaterdag 13 december 2008

What's this ? What is this ?

What's this ?
What's this ?
There's water everywhere
What's this ?
There's grey things in the air
What's this ?
I can't believe my eyes
I must be dreaming
Wake up, mate, this isn't fair
What's this ?

What's this ?
What's this ?
There's something very wrong
What's this ?
There's raindrops singing songs
What is this ?

Rain in Nablus. Hmmm.

vrijdag 12 december 2008

Arab cab driver in Jerusalem

Zondag 7/12/08

Soms is het best interessant om zelfs maar een paar zinnetjes Arabisch te kennen. Een reeks begroetingen bijvoorbeeld. Het geeft je net die kleine opening die je nodig hebt om dichter bij de Palestijnen (en Arabieren in het algemeen) te komen.

Neem nu de taxichauffeur in Jeruzalem deze ochtend. Normaal zouden we een stukje gewandeld hebben en dan een bus gezocht hebben om naar het centrale busstation te gaan, maar met een beetje hartelijkheid en onderhandelen vinden we hem bereid ons voor de helft van de prijs in 1 keer tot daar te rijden. Voor die paar ILS extra krijgen we een aangename gesprekspartner met heel wat te vertellen.
Als Arabier in Israël moet hij bijna dagelijks opboksen tegen de vooroordelen van de Joodse Israëli's, die het meestal vertikken van zijn diensten gebruik te maken. Behalve op shabbath natuurlijk. Dan zetten ze hun apartheids-principes graag even opzij, omdat er simpelweg geen alternatief is.

Een andere anekdote gaat over de 30.000 buitenlandse - uiteraard Joodse - studenten die elk jaar naar Jeruzalem gehaald worden om er te studeren en dan terug naar huis keren. In het begin, zo vertelt hij, rijden ze graag met hem mee. Maar na een maand of 2 komen ze niet meer terug. Een van hen, een Zuid-Afrikaan, was 2 maanden lang een van zijn vaste klanten.

Op een zevende dag belde hij onze chauffeur. Joden worden normaal verondersteld niet echt te reizen op die dag, maar hij wou naar Tel Aviv.
"Waarom wil je naar Tel Aviv, het is toch shabbath ?", vroeg onze vriend.
- "En jij, waarom werk jij vandaag ?", antwoordde de snuggere student.
Nu, daar kwam de aap uit de mouw natuurlijk.
"I'm not Jewish."
Onze Zuid-Afrikaan hoorde het waarschijnlijk donderen in Keulen en Kaapstad tegelijk. Of Pretoria. Of Bloemfontein. Have it your way.
-"You're not Jewish ?!"
"No, I'm Arab."

En toen was het stil. Na een minuut of 5 had hij genoeg innerlijke gevechten geleverd om een voorlopig oordeel te kunnen vormen: "Wel...ik denk dat het ok is. Jij bent een goeie Arabier. Ben je de enige ?"
Op school leerden ze hem voortdurend dat alle Arabieren slecht zijn en hem het liefst zouden willen vermoorden. Dat is nog altijd de beste manier om een nationale staat van paranoia in stand te houden, nietwaar ? Maar dankzij zijn ervaringen met apartheid in Zuid-Afrika had hij ook geleerd situaties voor zichzelf te evalueren en beoordelen.

Maar is het normaal dat je eerst door zoiets moet zijn gegaan ?
Is het normaal dat je eerst een dergelijk scheefgetrokken systeem moet hebben meegemaakt om een ander te herkennen ?
Is het normaal dat je eerst een heel denkbeeld moet hebben zien tenondergaan vooraleer je voor jezelf kunt denken ?
Kort daarna is de Zuid-Afrikaan teruggekeerd naar huis, zonder zijn jaar af te maken. De hele manier van denken was duidelijk zijn ding niet.

I don't want this one to be a fairytale

Betlehem -- De bewoners van Nablus reageren voorzichtig enthousiast op de verzachting van de Israëlische resibeperkingen naar de noordelijke Westbank na jaren van bepleiten door de Palestijnse Authoriteit (PA).

Nablus was het slachtoffer van een trage verstikking sinds 2001; door de Israëlische TV bestempeld als "City of Suicide Bombers", heeft het Israëlische leger er 7 jaar lang bijna elke nacht invallen uitgevoerd.
De invalswegen werden geblokkeerd voor iedereen zonder speciale toelating, en sinds de ingebruikname van de checkpoints te Huwwara, Awarta, At-Tur, Beit Furik, Asira Ash-Shamalia, Beit Iba en Shave Shomeron is geen enkele automobilist uit Nablus nog langs de gewone weg naar Ramallah kunnen rijden.

Eens de financiële hoofdstad van het land met de Palestijnse beurs en meer dan 1 op 3 inwoners van de Westbank, maar de Israëlische militaire aanwezigheid en vergrendeling van de stad heeft haar groei een halt toegeroepen en verstikt.
De handel en Nablus' eens groeiende exportmarkt sloten. Bedrijven gingen failliet en het leven van de mensen in Nablus werd een hel. De ingebruikname van de checkpoint bij Huwwara was een vloek voor de inwoners van de noordelijke Westbank en luidde het begin in van een snelle verslechtering van de levensstandaard. Zelfs reizigers met medische redenen werd de toegang tot de stad ontzegd zonder de vereiste documenten.

Sinds het begin van Eid op 8 december is dit alles veranderd. Palestijnen ouder dan 50 konden met de wagen naar Nablus rijden en Palestijnen in Israël werden voor de tweede keer dit jaar toegelaten zonder voorafgaande toestemming hun familie in Nablus te gaan bezoeken of er te gaan winkelen.
De handelaars in de stad hebben hun omzet zien stijgen, er is meer verkeer op de wegen en een voorzichtig optimisme is tastbaar in de straten.

En volgens de Palestijnse Chef voor Civiele Aangelegenheden in de Palestijnse Authoriteit, Hussein Ash-Sheikh, zijn er nog meer veranderingen op til. In de komende weken zullen inwoners van Nablus met een geregistreerd voertuig vrij naar Salfit, Tubas of Qalquilia kunnen rijden, net als op eender welke weg open voor Palestijns verkeer.
Ash-Sheikh verklaarde dat de veranderingen het resultaat zijn van jaren lobbyen door de PA met de Israëlische autoriteiten.

(Vertaald door mijzelve. Elke overeenkomst met bestaande personen, plaatsen of gebeurtenissen, of het originele Engelse artikel zijn volkomen en louter toevallig.)

Voor ons internationals is het nog zo geen groot probleem, wij worden doorgaans vlot binnen en buiten gelaten, vooral aan Huwwara-checkpoint.
Dat het echter nooit zeker is ondervonden we gisteren aan den lijve, op de terugweg uit Jordanië (hierover later meer). Komende van Jericho, was de chauffeur van de serveez via Beit Furik-checkpoint gereden. Een van de werknemers van de Israeli Occupation Force (een tot de tanden gewapende militair, inderdaad) verklaarde doodleuk dat geen enkele Amerikaan werd doorgelaten zonder een geschreven, door de legerchef getekende en afgestempelde verklaring dat hij alle verantwoordelijkheid op zich nam.
Nu, Mike niet binnen, wij ook niet binnen. Samen uit, samen thuis. Dan maar een serveez gezocht en doodleuk via Huwwara-checkpoint binnengekomen. Zonder zelfs maar te moeten stoppen om onze paspoorten te tonen.

Maar voor de Palestijnen - en dan vooral de inwoners van Nablus en zij met familie in Nablus - hoop ik van ganser harte dat het bovenstaande artikel geen fabeltje is. De Israëli's hebben hen lang genoeg het leven zuur gemaakt met hun belachelijke, door paranoia ingegeven en mensonterende bewegingsbeperkende maatregelen. Hoog tijd dat deze (al is het maar) versoepeld worden.
Het is misschien niet veel, maar het is een begin. Insj'allah.

Bijlagen -
* Arabisch voor op vakantie (4) : zie reacties
* Overzicht van de checkpoints rond Nablus : zie reacties
* Foto's van checkpoints : http://picasaweb.google.com/munirotm, klik rechts op de tag "checkpoints"

zaterdag 6 december 2008

Happy Eid, Mr Palestine

Deze ochtend, rond een uur of 12, was ik rustig mijn mails aan het lezen toen Mike kwam binnenstormen.
"Hey, you have a minute ?"
- "Yeah, what's up ?"
"Or wait...just a second...I'll be right back."
Hij loopt naar de keuken om een kop koffie te nemen. Hij loopt altijd naar de keuken om een kop koffie te nemen. Of neemt er een op straat. Of in de keuken en neemt hem mee de straat op.
"Ok, we're going to Yanun. Seems the settlers are up to something and they want us in the international house over there, just to make sure. You wanna come ? And oh yeah, pack a toothbrush, 'cos we might have to stay there one night."

10 minuten later sta ik samen met nog enkele anderen te wachten op de taxi. Een rugzak met een warme trui, Project Hope-vest, wat eten en water, notitieboek en natuurlijk tandenborstel in de ene hand en mijn cameratas in de andere.
Met z'n vieren springen we in de taxi, een tweede is onderweg om de rest op te pikken.

*** Even om de angstige lezer gerust te stellen: er is geen reden om op het uiterste puntje van je bureaustoel je nagels te zitten afbijten. Gezien je dit kunt lezen heb ik het duidelijk overleefd. Uiteindelijk zullen we geen kolonisten - een veel toepasselijker woord dan het Engelse 'settlers', dat je haast doet denken aan de schattige, licht klungelige mannetjes met hun stootkarretjes uit een of ander computerspelletje - tegenkomen.
Maar zoals gezegd in de vorige blog: I always learn. You'll see. ***

Je leest altijd maar over kolonisten die weer eens een weg geblokkeerd hebben en de gevolgen daarvan voor de Palestijnen. Vandaag hebben we die aan den lijve ondervonden. Want geloof het of niet, bij de minste actie van een handjevol kolonisten zijn de Palestijnen het slachtoffer.
De miserie begon al aan de checkpoint bij Huwwara. In plaats van een halve routine, heeft het ons bijna een uur gekost om de enkele meters tussen begin en eind te overbruggen. Tientallen gezinnen wilden uit Nablus geraken om hun familie buiten de stad te gaan bezoeken voor Eid al-Adha, het islamitische offerfeest en een van de momenten waarop moslims massaal hun familie willen bezoeken. Kleine kindjes keken vol angstige verwondering naar de volwassenen die hen van alle kanten omringden en bij momenten dreigden te verstikken in het gedrum. Nog kleinere kindjes huilden uit onmacht. De IDF-soldaat die mijn paspoort controleerde, was blijkbaar in een bezorgde bui: "Why were you in Shekhem ? What were you doing there ? It's dangerous over there, don't you know ?" - Nee sorry, niets van gemerkt.

Wanneer we, bijna een uur later, allemaal door de checkpoint geraakt zijn, gaan we op weg naar Yanun, via Aqraba. Neem er even een kaart van de Westbank bij, en je merkt al snel dat Yanun op de weg van Nablus naar Aqraba zou moeten liggen en niet omgekeerd. Maar aangezien het dorpje volledig omsingeld is door Israëlische kolonies, zijn we gedwongen een enorme omweg te volgen om het te bereiken. De situatie lijkt echter volkomen normaal en we stoppen even voor Yanun. Te voet trekken we de olijfboomgaarden in om een blik op de Jordaanvallei te werpen. Aan de overkant ligt buurland Jordanië, waar we morgen (zondag) voor enkele dagen naartoe vertrekken. Er zijn dan geen lessen aangezien alles een week stil ligt voor Eid al-Adha.
Wanneer we nadien in Yanun aankomen, worden we er verwelkomd door 2 Britse dames. Zij verzorgen al een maand de permanentie in het International House en worden over 2 maand afgelost door nieuwe vrijwilligers.

Al snel is het echter donker en moeten we terugkeren naar Nablus. Met al die loslopende kolonisten weet je immers nooit hoelang je onderweg bent, zo blijkt maar weer eens wanneer we Huwwara naderen. We maken de file voor ons nog een beetje langer en wachten geduldig af tot we de flying checkpoint aan kruipsnelheid bereiken. De militairen met hun vervaarlijke Men in Black-geweren laten ons echter gewoon doorrijden en we zuchten opgelucht. Nog geen kilometer verder staat er evenwel een gepantserde buggy dwars over de baan. "Road closed !" schreeuwt een van de soldaten ons toe. - "Lesh ?" vragen we hem vriendelijk. "I tell you road closed !" - Ok ok, we snappen het wel: de kolonisten zitten en Huwwara en we mogen ze niet storen in hun vandaliserende bezigheden. Ze zouden eens bang kunnen worden en terug naar hun arendsnesten moeten vluchten. Goed, we gaan al.

Via Awarta checkpoint, even ten oosten van Huwwara, raken we uiteindelijk Nablus terug binnen. Behalve enkele silhouetten op de heuveltoppen rond Yanun, hebben we geen kolonisten gezien, maar het was toch een interessante namiddag.
We hebben geleerd dat Ehud Olmert ons weer een vuile leugen heeft verkocht toen hij amper 2 dagen geleden verklaarde dat "In Israël ... de regels van de rechtsstaat [gelden] en niet die van de burgerwacht." Het is maar al te duidelijk dat de kolonisten maar met hun vingers moeten knippen en het leger klaarstaat om de Palestijnen 'te beschermen' (lees: hun bewegingsvrijheid nog verder beknotten door de bestaande checkpoints schandalig te vertragen en daarnaast nog eens flying checkpoints op te zetten om de kolonisten het leven gemakkelijk te maken).
En dat terwijl er keer op keer gezegd wordt dat de kolonisten zich moeten terugtrekken uit de Westbank... Happy Eid al-Adha, Mr Palestine.

Bijlagen -
* Arabisch voor op vakantie (3) : zie reacties
* Foto's : zie http://picasaweb.google.com/munirotm/TripToYanun#

vrijdag 5 december 2008

Sometimes I teach, sometimes I don't, but I always learn...

Tijd om het eens te hebben over datgene waarvoor ik hier in feite ben: les geven. Laat ons eerst eens proberen dit op een normatieve manier te benaderen. Les geven wordt doorgaans gedefinieerd als "onderwijs geven, meestal als beroep". Met die definitie ben ik dus al niet veel, want ik ben niet van plan er mijn beroep van te maken. So much voor de onfeilbaarheid van ons aller van Dale. De descriptieve manier dan maar: mijn eigen ervaringen met les geven beschrijven ter leringe ende stichtinge van de bredere bevolking.

Mijn eerste ervaring met les geven deed ik op in Madrase Al-Islamiya, een privé-school op 10 minuten wandelen van ons appartement. Na de normale lessen, die hier tot rond 13u30 duren, geef ik daar Engels aan een 15-tal kinderen tussen 12 en 14 jaar, het 2de middelbaar pakt. Bij ons zouden ze nog maar net begonnen zijn met Engels, maar hier hebben ze al iets van 5 jaar les gekregen. Die lessen hebben echter de neiging zich grotendeels te beperken tot het binnen rammen van de theorie. Of zoals een leraar Engels het later verwoordde: "The key to your (ik zal jullie hierin laten delen, dus zeg maar in het Westen) success is that you pay more attention to working with what you learned. Here we only have to reproduce." Hij had het over de academische opleidingen aan de universiteit, maar hetzelfde geldt voor de methodes die in het middelbaar gehanteerd worden.

Mezelf kort voorstellen, een korte kennismaking en we zijn vertrokken. Aangezien de meeste kinderen hier uit de lucht vallen wanneer je zegt dat je uit Belgika komt, heb ik een prachtig kaartje van Europa en het Middellandse Zee-gebied meegebracht om hen te tonen waar ons landje ligt. Wanneer ik hen vraag hoe ze denken daar te kunnen geraken, komen ze na even nadenken op de proppen met de verschillende mogelijkheden. Terwijl het merendeel waarschijnlijk nog nooit een boot of trein van dichtbij gezien heeft, en ze vliegtuigen misschien enkel kennen als de Israëlische straaljagers die 's nachts door de geluidsmuur vliegen om hen uit hun slaap te houden.
Ik laat hen inschepen naar het zuiden van Frankrijk, om dan vandaar verder over land te gaan. Om het wat spannend te houden en puur voor mijn persoonlijk vermaak, laat ik hun schip zinken in het midden van de Middellandse Zee, waar ze op een onbewoond eiland belanden. What can I say, life's a bitch. Een veteraan onder de klassiekers: elke leerling kan maar 1 voorwerp redden van het schip en meenemen naar al-Jazeera. Met een beetje hulp slagen ze erin een lijst samen te stellen die hen een redelijke kans op overleven geeft. En ook hun geheugen is vrij goed. Bij een spelletje "If I would go to the island, I would bring..." slaagt de laatste erin alle 16 voorwerpen op te sommen...bijna in de juiste volgorde. Bovendien zijn ze nog best leergierig: hoewel ik het al in gedachten had, stellen ze aan het eind van de les zelf voor om de hele lijst tegen de volgende keer te memoriseren.

Voor hun volgende les had ik dus een woordzoeker met 14 van de 16 woorden voorbereid. Om te verhullen dat ik er zelf 2 vergeten was, heb ik maar een verhaaltje verzonnen over alle voorwerpen die op een ochtend verdwenen blijken. De 2 voorwerpen die niet terug te vinden zijn in het rooster, zijn dan maar gewoon in zee gespoeld.
Helaas heb ik die les niet kunnen geven. Bij aankomst in Al-Islamiya bleek er een toets op het programma te staan, om hun niveau van Engels te meten. De 5 beste van elke klas zullen nadien samengezet worden en les krijgen van die onervaren vrijwilliger uit België. Allemaal goed en wel, maar dat maakt dat ik de dag ervoor voor niets heb zitten voorbereiden.
Op de weg terug heb ik het met Mike (Amerikaan, hier voor 9 maanden, geeft ook les aan Al-Islamiya, zo sociaal als mijn oudste neef en een van mijn room mates) over de toets. Uit onze reconstructie van de omstandigheden wordt duidelijk dat hier een mooi stukje toneel is opgevoerd. In Mike's klas zit de tweeling van de mudir en nog 2 zonen van de leraar Wetenschap en Technologie. Door de band genomen is geen van de 4 in staat een deftige, grammaticaal correcte zin te produceren. Maar dat is natuurlijk niet de mening van de mudir: "Perhaps my boys are not excellent excellent, but they àre excellent, right ?" - Euh nee, sorry, ze zijn zo achterlijk als het achtereind van een kalf, ustaaz. Nu zijn een aantal ouders van kinderen die geen Engels van ons krijgen blijkbaar hun beklag gaan doen, vandaar de test. Nu maar hopen dat die eerlijk en onpartijdig verbeterd wordt, of we staan weer geen stap verder. Het feit dat de directeur mijn aanbod om te helpen corrigeren heeft geweigerd voorspelt in elk geval niet veel goeds.
'Vitamine Waw' noemen ze dat hier. Als je weet dat dit komt van wasaata, dan kun je de kern van het probleem wel vermoeden. Het is gewoon een mooi woord voor kleine corruptie, nepotisme, favoritisme en voortrekkerij.

Maar gelukkig is het niet overal zo. In de vluchtelingenkampen bijvoorbeeld is er weinig te merken van dergelijke praktijken. Aan de andere kant zijn de leerlingen er wel iets trager dan in Al-Islamiya. In beide klassen heb ik dezelfde eerste les gegeven: bij de Al-Islamiya kinderen heb ik nog snel iets uit mijn mouw moeten schudden om de les te vullen, terwijl hun leeftijdsgenootjes in Askar nog niet aan het "If I would go to the island"-spel geraakt zijn. Zelfs rekening houdend met de iets kortere lesduur is dat toch een heel verschil.

Met andere woorden, beide situaties hebben hun voor- en hun nadelen, maar het is nog te vroeg om daar een oordeel over te vellen. Eens afwachten wat de volgende lessen zullen brengen. Intussen heb ik in Askar al een toets van eigen makelij kunnen geven, om me een idee te geven van wat ze wel of niet kennen en kunnen toepassen. Want vaak merken we hier dat de leerlingen na jaren van theorie niet in staat zijn het geleerde in de praktijk om te zetten.

To be continued... "Blijven volgen", zou ik zeggen !

Bijlagen -
* Arabisch voor op vakantie (2) : zie reacties

donderdag 4 december 2008

I teach, you teach, he teaches

Lang verwacht, eindelijk daar ... mijn eerste lessen hier in Nablus !

Ik zal je direct (I know, het West-Vlaamse "direct" vertoont een gevaarlijke gelijkenis met dat gevreesde Spaanse manana) vertellen hoe dat geweest is, maar eerst een verhaaltje over hoe alles hier in Palestina samenhangt en wie er aan de touwtjes trekt. We zullen kennismaken met kolonisten, visa-verlengingen, road blocks en internationals. Lees mee en leer iets bij...

Er was eens een stad, in een land ver, ver bij jullie vandaan. De inwoners van die stad hebben nooit echt met elkaar kunnen opschieten. Aan de ene kant woont een handvol Joodse kolonisten uit Israël, aan de andere kant proberen de 166,000 Palestijnen uit de stad zelf te overleven. De naam van de stad heeft nochtans in beide talen dezelfde betekenis: vriend, alliantie. Al-Khalil in het Arabisch, Hebron in het Hebreeuws. Het is de stad die sinds het Hebron-akkoord uit 1997 verdeeld is in 2 zones: een H1-zone onder Palestijnse controle en een H2-zone onder Israëlisch bewind om de 86 Joodse families daar aanwezig te beschermen. Het merendeel van de 20,000 Palestijnen uit de H2-zone is inmiddels vertrokken omwille van de vrijheidsbeperkende maatregelen, de 16 checkpoints, de sluiting van Palestijnse commerciële activiteiten in de buurt van de Joodse kolonisten en pesterijen. Het is de stad waar op 25 februari 1994 Baruch Goldstein het vuur opende op zijn biddende Arabische vrienden. Hij nam er 29 mee naar de andere kant eer hij overmeesterd en gelyncht werd.

Inderdaad, als je dacht dat dit een leuk verhaaltje voor het slapengaan zou worden, dan kom je lelijk bedrogen uit.

In hun drang om meer en meer Palestijns land in te palmen, bezetten een aantal Joodse families in de lente van 2007 het huis van de Al-Rajabi familie. Het Israëlische Hooggerechtshof heeft vorige maand echter beslist dat de kolonisten valse eigendomspapieren hebben voorgelegd om hun aanwezigheid te rechtvaardigen, en heeft hen bijgevolg bevolen het huis te verlaten. De kolonisten hadden echter gezworen dit bevel naast zich neer te leggen. De voorbije weken steeg de temperatuur gevoelig: 2 weken geleden zakten zo'n 20,000 kolonisten af naar Hebron, vorige week lieten ze hun honden los op de Palestijnen en sindsdien zijn er elke dag nieuwe berichten van Joodse brandstichtingen, vandalisme en aanvallen, met meer en meer gewonden, zelfs soldaten. Het Israëlische leger (IDF of Israelian Defence Force, bijgenaamd IOF of Israelian Occupying Force in de bezette gebieden) van haar kant liet de termijn voor ontruiming verstrijken, in de hoop tot een vredevolle oplossing te kunnen komen.
Tot vandaag. Deze ochtend heeft een bescheiden legertje van 600 soldaten het huis bestormd en de inmiddels 250 kolonisten naar buiten gesleurd. Daniella Weiss, kolonistenleidster en rechtse radicaal, stond te springen om te actie te veroordelen als "een schoftenstreek, joden die joden uit hun woningen zetten." Ze vergeet er evenwel bij te vertellen dat haar eigen kolonisten voortdurend Israëlische soldaten aanvallen, omdat ze niet radicaal genoeg zijn en hen bij momenten verhinderen de Palestijnen aan te vallen. Ook minister van Defensie, Ehud Barak, kreeg de wind van voren van de ultranationalisten.

Intussen hebben rechtse activisten van Hebron tot Nablus de wegen versperd. Nelleke, een Nederlandse vrijwilligerster hier bij Project Hope, komt net terug van Jeruzalem waar ze haar visum ging vernieuwen. Het heeft haar bijna 3 dagen gekost om een verlenging voor slechts 1 maand te krijgen, in plaats van de gebruikelijke 3 maanden. Al in een slecht stemming, werd ze onderweg nog eens geconfronteerd met de escalerende situatie. Een eindje voor Nablus was de weg op 3 plaatsen bezet door kolonisten, waardoor haar serveez door de olijfboomgaard moest rijden om hier te geraken.
Terwijl ik dit aan het typen ben, blijven de updates binnenkomen. De wegen zijn geblokkeerd. Kolonisten steken velden en voertuigen in brand. Kolonisten en Palestijnen zijn slaags geraakt bij Huwwara, een dorpje-annex-checkpoint enkele kilometers buiten Nablus...

Maar wij leven enigszins in een andere wereld. Vanavond vieren we Sinterklaas met de internationals. Er werden pakjes gekocht en gedichtjes geschreven voor elkaar en het avondeten bestaat uit fruitsla, chocolademousse en appeltaart. Mijn ervaringen met lesgeven zullen dus nog even in de koelkast van mijn geheugen moeten blijven zitten. Excuses aan iedereen die er vol ongeduld zit op te wachten, maar het bovenstaande verhaal stond op de deur bonken en moest er even uit.